'Ik wil niet langer bekend staan als Jehovah's Getuige.' Met deze woorden begon de nu 55-jarige Ton zijn brief. Een lange brief die hem vrijheid bood, maar hem ook veel dingen afnam. Na zes jaar vertelt hij hoe een stuk papier met letters, een keuze, zijn leven beïnvloedde.
Ton was een 9-jarige spruit toen hij aan de hand van zijn vader en moeder de gemeenschap van de Jehovah's Getuigen instapte. Met zijn kleine handjes stevig in de handen van zijn ouders bewandelde hij het geloof, verkondigde hij van deur tot deur de liefde van God. Zijn kleine handjes groeiden echter uit tot volwassen mannenhanden. Handen van een 40-jarige man met twijfels. Het warme bad waar hij op 9-jarige leeftijd in beland was, leek opeens niet meer op alle vlakken juist. Een vraag De eerste haarscheurtjes en breukjes in zijn geloof kwamen door een vraag die hem maar bezig bleef houden. Deze vraag ging over ‘Armageddon’, de dag waarop, volgens Jehovah's Getuigen, God binnenkort de mensheid gaat vernietigen. Volgens hen zullen alleen de Jehovah's Getuigen als God's volk dit overleven. De niet-Jehovah's-Getuigen zullen geen opstanding op aarde krijgen. . ‘Hoe zit het dan met de onschuldige kindertjes? Krijgen die ook geen opstanding? God is toch een God van liefde, van rechtvaardigheid?’, vroeg Ton zich jaren bij dit verhaal af. De vraag liet hem maar niet los, en Ton was op zoek naar antwoorden. Misschien was er wel een logische verklaring voor. Op een avond besloot hij om het hier met een vriend over te hebben. Had hij hier nooit aan getwijfeld? Zijn vriend maakte zich echter ernstig zorgen om de twijfels van Ton en lichtte de ouderlingen van de gemeenschap in. Binnen een mum van tijd stonden ze op zijn stoep om hem te vragen of hij een valse leer verkondigde. Ton legde hen toen uit dat het nooit zijn bedoeling was geweest, en legde zijn vraag ook aan hen voor. ‘We komen er later op terug’, was wat de ouderlingen hem beloofden. Haarscheurtjes en grote breuken Erop terugkomen deden ze echter niet. Ondertussen bleven de vragen zich maar opstapelen. Zo kreeg Ton ook twijfels over de aanstelling van het Wachttorengenootschap. Ze zouden aangesteld zijn door God, maar daar zijn geen bewijzen voor. Langzamerhand veranderden de haarscheurtjes in grote breuken. Ton dreef van zijn geloof af, maar het duurde nog lang voordat hij werkelijk uit de gemeenschap stapte. ‘Het is als met het IJzeren Gordijn’, legt Ton uit. ‘Je wilt vluchten, maar bent jaren bezig met een tunnel graven. Als die tunnel eindelijk af is, moet je nog de stap naar buiten zetten.’ Benieuwd wanneer Ton werkelijk uit de gemeenschap stapte? En hoe dat voor hem was? Lees verder. > |
Ook interessant: